Samengevat komt het erop neer dat er een mogelijkheid bestaat dat artsen buiten de Nederlandse academische centra opgeleid kunnen worden in de cosmetische geneeskunde en chirurgie. Deze opleidingen worden niet met overheidsgeld gesubsidieerd maar worden door de instituten zelf gefinancierd.
De kwaliteit van deze opleidingen wordt gecontroleerd door de U.E.M.S. (Union Europeenne des Medicins Specialistes).
Toelichting :
Esthetische/cosmetische geneeskunde en chirurgie had in het verleden in Nederland weinig belangstelling van de gevestigde orde. Behalve een kleine minderheid was men niet geïnteresseerd in dit vak. Er bestond geen opleiding, er was weinig belangstelling vanuit de patiënten en het was ""niet sjiek"" je als specialist met deze vorm van "geneeskunde" bezig te houden. Cosmetische geneeskunde werd destijds niet onderwezen op de universiteit. De eerste cosmetisch artsen zijn al 20 jaar geleden gestart met het uitoefenen van hun praktijk omdat zij de behoefte in de markt wel wilde beantwoorden. Veel van deze pioniers hebben zichzelf opgeleid, via cursussen en trainingen ""on the spot"". Deze vorm van training/opleiding werd door deze artsen zelf gefinancierd, om de reden dat geen gestructureerde opleiding bestond. Specialisten deden stages binnen en/of buiten de specialistenopleiding, omdat de cosmetische zorg geen prioriteit had. Dit heeft geleid tot de declaratie van Tokyo, waarin diverse toonaangevende artsen/specialisten op dit gebied verklaren dat cosmetische geneeskunde en chirurgie een autonoom specialisme is, onafhankelijk van enig ander gebied van chirurgie ( zie bijlage) . Deze artsen werden aldus bekwaam in het vak. Mede daardoor heeft er de laatste 20 jaar spectaculaire veranderingen plaatsgevonden. Het vak heeft zich razendsnel ontwikkeld, er is meer belangstelling gekomen vanuit het publiek, lees de klant, en de markt werd ontdekt door de gevestigde orde. De markt werd interessant voor de ondernemende arts, waarbij het vak langzaamaan verder structuur kreeg, er een opleiding ontstond, en er veldnormen, richtlijnen ontstonden. Cosmetisch Artsen zijn zich gaan organiseren binnen de NVCG en de NVVCC. De eerste interdisciplinaire discussies ontstonden binnen de NEN. Uit de werkgroep cosmetische chirurgie en geneeskunde heeft de NSEG zich ontwikkeld waar de kwaliteit en bekwaamheidsdiscussies nu verder vorm krijgen.
Inmiddels wordt cosmetische geneeskunde en chirurgie ook onderwezen op de universiteiten, hetgeen recent duidelijk werd in de media. Dit betreft veelal stage's die naast of na de bestaande opleidingen gegeven worden.
De NVVCC schaart zich achter de verklaring van Tokyo, waarin de cosmetische chirurgie en geneeskunde als een apart specialisme moet worden beschouwd, waarbij cosmetische kennis en kunde van de diverse disciplines bij elkaar gebracht moeten worden.
De NVVCC bestaat inmiddels 5 jaar en heeft cosmetisch artsen en specialisten die de cosmetische chirurgie in hun praktijk uitoefenen bij elkaar gebracht. Zo heeft de NVVCC een trainings/opleidings beleid, die door de artsen zelf gefinancierd wordt, en op europees nivo georganiseerd wordt. Deze door de NVVCC aangewezen ECAMS modules zijn door de EACCME (European Accreditation Council for Continuing Medical Education) geaccrediteerd met European CME (Continuing Medical Education) credits (voor meer info zie web-site www.nvvcc.nl). Op dit moment maken wetenschappelijke vereniging hun eigen normen en richtlijnen. Samenwerken om de patiënt/client de hoogste kwaliteit te kunnen bieden is van essentieel belang. De NVVCC staat daarom open voor alle specialisten en artsen die zich willen bekwamen in de cosmetische geneeskunde en chirurgie, en zet zich in om in de zorg partijen op een lijn te krijgen.
Wij volgen William J.Mayo, die in 1910 al schreef over samenwerken als team :
"The best interest of the patient is the only interest to be considered and in order that the sick may have the benefit of advancing knowledge, union of forces is necessary" . 1910 Dr. William J. Mayo, Stichter Mayo klinieken